Happy @ Fraser Island

Op maandag vertrokken we 's ochtends vroeg om naar de safety briefing van Fraser Dingo,  onze 4x4 verhuurmaatschappij. We haalden daar onze mooie roze (!) Pajero genaamd Happy op, met bed achterin. Na de uitleg reden we richting de ferry en ons off-road avontuur kon beginnen. Jammer genoeg regende het onze eerste dag op Fraser Island best veel, maar daardoor werd het off road rijden wel een stuk uitdagender. Onze eerste stop was central station, waar we een korte wandeling maakten door een dicht regenwoud langs een kraakhelder stroompje. Het regenwoud kreeg net die extra touch door de regen die uit de lucht viel. Daarna nog een stuk verder gereden door het bos, waarna we op het strand uitkwamen. Wat een te gekke ervaring is dat zeg! Rijden op los zand, met aan je ene hand de hemelsblauwe zee en aan je andere hand duinen en regenwoud. De hoofd bezienswaardigheden liggen aan het strand, een heel groot scheepswrak dat al erg ver vergaan is en rood-oranje-geel-bruin gekleurde rotsen. We hielden tijd over, dus besloten we ook nog naar Lake Allom te rijden. In dit meer zwemmen heel veel schildpadden, grappig om die kopjes boven het water uit te zien komen. Die avond sliepen we op een van de weinige campings waar een toilet bij zit op Fraser, met helaas nog slecht weer.
     Het weer was de volgende dag een stuk beter gelukkig, echt warm. We crossten weer het strand op om naar het noordelijkst toegestane punt van Fraser te gaan, de champagne pools. Dit zijn een soort poeltjes van zeewater omgeven door rotsen. Op het strand lag een best grote mudcrab, die een jellyfish tussen zijn scharen had liggen. Iets ten zuiden van de champagne pools ligt Indian Head, een rotspartij waar je een supermooi uitzicht hebt op de oostkust van Fraser Island. Een steile klim over rotsen, maar toch goed te doen op mijn slippers (ja ik ben eigenwijs). Na weer een ritje over het strand stopten we nog een keer bij het scheepswrak voor mooiere foto's nu het niet regende. Een stukje verder lag Eli Creek, een helder ondiep riviertje dat uit het bos het strand op liep. Die avond sliepen we op een van de bijzonderste plekken tot nu toe, net over de duinen van het strand. De middag liep snel over in de avond terwijl we op onze camping stoelen op het strand zaten te genieten van een lekkere Corona.
     Na een wat warmere nacht werden we op tijd wakker, geen probleem, genoeg te zien! We reden op het strand naar het zuidelijkste plekje waar we mochten komen en gingen daar het binnenland in voor een tour langs alle meren. Een hele gave route door het bos, met moeilijke hobbelige stukken. Jeroen en Happy tackelden die natuurlijk zonder veel moeite. Het eerste meer dat we tegenkwamen was Lake Boomanjin. Het water had hier een erg rare kleur, van bloedrood tot sinasoranje. De waterrrat onder ons kon deze kans natuurlijk niet overslaan. We vervolgden onze weg over het bospad rond Lake Benaroon, helaas was er geen stopplek. Het tweede meer op onze weg, Lake Birrabeen, is het mooiste meer dat ik ooit gezien heb. Helderblauw/zeegroen/turqouise water met mega wit zand omringd door bos. Wat rustig hier zeg, 2 andere mensen, terwijl het zo mooi is! Het water was lekker verkoelend in de hete zon, daar maakten we dus ook gretig gebruik van. Het derde en laatste meer van die dag werd het bekende Lake McKenzie. Eigenlijk was dit Lake Birrabeen in het groot, supermooi dus, maar met veel meer toeristen. De rest van de middag relaxten we hier lekker verder. Helaas was ons Fraser Island avontuur met Happy toen alweer ten einde. Op de ferry terug bleef Jeroen erg lang weg om te bellen, wat iets te maken had met mijn verjaardag de volgende dag. Daarover het volgende verslag meer!